Peter

Peter“Ik maak me zorgen en vraag me af of we de politie niet moeten inschakelen”. Peter, een sportieve vent van 32 jaar met een goede opleiding, zat aan mijn bureau en ik was het eigenlijk wel een beetje met hem eens.

Ik leerde Peter kennen bij een bezichtiging en zijn wat zonderlinge gedrag was me direct opgevallen. Het ene moment was hij rustig en bedachtzaam en het volgende moment druk en impulsief. De woning die we toen bekeken was het niet voor hem. Hij zocht een huis met karakter; één waar er maar één van was, het liefst een beetje ongewoon en verrassend. De woning uit de zestiger jaren waar we toen doorheen liepen had dat zeker niet.

Ook in de maanden die volgden waren er geen woningen beschikbaar die bij Peter in de smaak vielen en dat was jammer. Hij had namelijk haast want moest nu dagelijks heen en weer rijden tussen zijn huidige huurwoning in het midden van het land en zijn nieuwe werkplek in Groningen. Hij had een hekel aan autorijden en zag op tegen de naderende wintermaanden. “Ik wil echt graag voor de winter verhuisd zijn”, zei hij dan ook regelmatig tegen mij.

Tijd voor een voortgangsgesprek om te kijken waar ik bij kon sturen: “Peter, ik begrijp dat je graag in onze regio wilt wonen en dat je voor de winter wilt verhuizen, maar het is de vraag of het soort huis dat jij zoekt op korte termijn in de verkoop komt. Is het niet verstandig het zoekgebied wat te vergroten? Je kunt er ook voor kiezen om een woning dichter bij Groningen te zoeken. Daar moet je tenslotte elke dag naar toe. Je moet dan wel wat verder reizen naar je familie in Utrecht maar dat doe je toch minder frequent. Mogelijk dat in het gebied rond de stad Groningen en bijvoorbeeld Noord Drenthe wat meer aanbod is. Peter vond het een prima idee en we vergrootten het zoekgebied.

Twee weken later belde Peter mij euforisch op. “Hé Bart, ik heb misschien mijn toekomstige huis gevonden. Op mijn werk hoorde ik dat een oude mevrouw met een bijzonder huis naar een verzorgingshuis gaat en haar huis wil verkopen. Ik ben er gaan kijken en het was aan de buitenkant precies wat ik zoek. Ik was zo brutaal om aan te bellen en de dame heeft me meteen rondgeleid door haar fantastisch vormgegeven huis. Het is echt een uniek object maar wel oud van binnen. De woning is bijna nog net zo als toen hij werd gebouwd dus ik moet er flink mee aan de slag maar dat vind ik wel leuk. Er is alleen één maar.” “En dat is?” vroeg ik hem, nieuwsgierig geworden. “Er is iets geks met het huis. Er hangt een geheimzinnige sfeer die me aan de ene kant wel aantrekt maar ook wel een beetje beangstigt. Het rare is namelijk dat ik een kamer op de bovenste verdieping niet mocht zien. De mevrouw wilde me de reden niet geven en sloeg de kamer gewoon over. Zou jij met me mee willen om het huis te bekijken en het te beoordelen met jouw makelaarskennis? Misschien mogen we dan wel in die kamer kijken.”

Zo gevraagd zo gedaan. We maakten een afspraak met de eigenaresse en stonden op een woensdag om twee uur voor haar deur. Peter trok aan de grote koperen bel en het geklingel galmde door de hal. Het was inderdaad een bijzonder huis dat lag aan een mooie oude laan met hoge bomen. De woning stamde uit het begin van de vorige eeuw en had een vormgeving die deels geïnspireerd was op de Amsterdamse school. Mevrouw H. deed open. Ze was een alleraardigste oude dame die zo in een film als charmant omaatje kon spelen. Ze was klein van stuk, liep een beetje voorovergebogen en droeg haar grijze haar in een knotje. Ze keek ons aandachtig maar vriendelijk aan door het kleine donkere brilletje op haar neus. “Willen de heren eerst een kopje thee of lopen jullie liever meteen rond?” Ik wilde haar antwoord geven maar Peter was me voor. “We lopen inderdaad het liefst eerst even door het huis”, en hij maakte al aanstalten om naar de gang te lopen. “Gaan jullie gerust je gang heren. Ik zie jullie straks wel weer hier in de kamer”, antwoordde ze met een vreemd lachje.

“Zullen we boven beginnen?” vroeg Peter terwijl hij de trap al op liep. Hij nam daarna de volgende trap en stopte bij een deur die hij probeerde te openen. “Verdorie, dit is de afgesloten kamer en hij is nog steeds op slot.” “Rustig kerel, we gaan het hele huis goed bekijken en vragen straks wel even of ze de deur voor ons wil openen”. En zo liepen we het hele huis door en bespraken we alle zaken die we tegen kwamen en wat er eventueel moest gebeuren. Het was een fantastisch en degelijk huis dat alleen wat geüpdate moest worden.

Toen we klaar waren trok ik de stoute schoenen aan en vroeg ik de eigenaresse of we de afgesloten kamer konden bekijken. Ik gaf aan dat het gebruikelijk was dat een potentiële nieuwe eigenaar het hele huis kon zien maar ze weigerde opnieuw en werd zelfs wat knorrig. Tja, wat te doen? Je staat daar met twee kerels tegenover een lief oud omaatje die geen duimbreed toegeeft. Een beetje bedremmeld namen we afscheid. Peter en ik zelf waren enthousiast over het huis en de prijs was niet verkeerd maar wat moet je met een afgesloten kamer die je niet mag zien in een huis dat je wilt kopen?

De volgende dag belde Peter al vroeg. “Bart moet je horen, ik ben eens wat rond gaan vragen en het klopt niet met mevrouw H.” “Hoe bedoel je?” “Nou, haar man is vijftien jaar geleden verdwenen en niemand heeft ooit meer iets van hem gezien of gehoord. Er gaan de vreemdste geruchten. Ze laat nooit iemand binnen en de enkeling die het wel lukt, mag absoluut niet naar boven. Ik zei je toch al dat het daar niet in de haak is. Het zal toch niet zo zijn dat haar man in die kamer …” “Ho, ho Peter, je loopt nu wat hard van stapel”, zei ik, toch wel een beetje van mijn stuk gebracht.

“Ja maar Bart, Ik ben toch erg bezorgd. Straks is haar man daar boven, dood of nog in leven en zit ik opgescheept met een griezelhuis. Dat ik dit nu weer moet treffen want ik wil het huis gewoon heel graag kopen. Misschien dat de politie een inval kan doen. We moeten dit toch melden?” Mijn werk is altijd boeiend maar soms liggen oplossingen niet voor het oprapen. Wat te doen? “Ik ga nog één keer alleen naar haar toe om te proberen of we toch duidelijkheid over de mysterieuze kamer kunnen krijgen”, zei ik tegen Peter.

De volgende dag zat ik enigszins nerveus bij mevrouw H. aan de keukentafel en vertelde haar dat Peter het huis graag wilde kopen en dat hij een geschikte nieuwe bewoner zou zijn, die het huis waardeerde en weer een mooie toekomst zou geven. Maar ook dat zij moest begrijpen dat hij ook graag de afgesloten kamer wilde zien voor hij het huis kon kopen. De ogen van de oude dame werden vochtig en de tranen rolden over haar wangen. “Natuurlijk weet ik dat, maar ik kan nog geen afscheid van hem nemen”. Van hem? Bedoelde ze haar man? Was hij daar inderdaad nog? Er schoot van alles door mij heen. “Bedoelt u uw echtgenoot?” ”Ja Bart, daar is Peter nog, mijn Peter. Daarom is het ook zo fijn dat er weer een Peter komt wonen. Maar mijn Peter is er ook nog! En hij is van mij en hij blijft van mij en daarom kan die deur niet open.”

Ik was perplex. Alle alarmbellen gingen rinkelen en ik waande mij in een Roald Dahlverhaal. Lag de oude Peter daar opgebaard? Misschien toch maar de politie bellen? Nee, ze was aardig. Er zat geen greintje kwaad in haar, zei mijn intuïtie me. Ik hoefde me geen zorgen te maken. Of zat ik mezelf nu moed in te praten? “Mag ik de kamer zien?” hoorde ik mezelf vragen en als in trance ging ze me voor naar boven. Het beklimmen van de twee trappen duurde lang en we spraken niet. Toen we boven waren, pakte ze de sleutel uit haar vest en opende ze de deur. Mijn hart bonsde in mijn keel toen ze huilend naar binnen liep: “Hier is Peter.” Ik zag een soort museumkamer met foto’s, kleren, pennen, een aktetas, een broodtrommel, schoenen en nog veel meer. Het hele tastbare leven van Peter lag keurig voor ons uitgestald. De stilte werd af en toe doorbroken door het gesnik van mevrouw H. Ik was diep onder de indruk en begreep wat zij had doorgemaakt en weer door zou gaan maken als ze ging verhuizen. Ik kon me haar halsstarrige houding nu ook heel goed voorstellen. De kamer was een eerbetoon aan hem, de man die haar zoveel liefde en geluk had gegeven.

Weer beneden vertelde ze dat ze er tot nu toe niet over had kunnen praten. Het was een opluchting dat ze het nu toch had gedaan . Ze was nog steeds in de rouw maar zag een verhuizing ook als een nieuwe fase in haar leven.

De koop werd gesloten en de “nieuwe Peter” was dolblij met zijn huis. En raad eens? De kamer van de “oude Peter” liet hij zoals het was en als mevrouw H. er behoefte aan had, ging ze even bij de twee Peters op bezoek.

juli-augustus 2014
jaargang 18 nr 4