Het Boertje

Foto Column

Het was een lang telefoongesprek dat ik voerde met de vrouw, Janine genaamd. Het was duidelijk dat ze er moeite mee had mij iets te vertellen en ik meende zelfs af en toe een snik te horen. Wij doen natuurlijk het liefst zaken in plezierige omstandigheden; verhuizen vanwege bijvoorbeeld gezinsuitbreiding, een baanverandering of omdat er een financiële meevaller is, om er maar een paar te noemen. Helaas was dat in de situatie van Janine niet het geval.
“Wanneer kun je langs komen?” vroeg ze me aan het eind van het gesprek. We maakten een afspraak voor het eind van de week en namen afscheid.

Die vrijdag ging ik op pad naar Janine en Bertus. De straat was niet nieuw voor mij maar het huisnummer kende ik niet. Altijd leuk want zo leer je de omgeving steeds beter kennen. Het naastgelegen huisnummer 76 was gauw gevonden maar nummer 78, waar ik moest zijn, niet. Wel nummer 80 dus logischerwijs moest het daar tussenin liggen. Maar behalve een zandpaadje met onkruid zag ik verder niets.
Ik reed het paadje op en na ongeveer honderd meter zag ik een klein huisje uit de zestiger jaren met een paar enorme bijgebouwen; een grote voormalige melkveestal, een kapschuur en een werktuigenberging. De schuren waren zo groot dat het huisje nog kleiner leek dan het al was. Het erf was sfeervol met een boomgaard, wat geiten en konijnen, een oude loslopende hond, wat kippen en ganzen en zelfs een ezel.
Ik stapte uit en wilde aanbellen maar zag de achterdeur open staan, dus was zo vrij daar naar toe te lopen en “Volk” te roepen. Een bejaarde wat kromlopende vrouw kwam aangelopen. Ze glimlachte en stelde zich voor als Janine. Ze nodigde me uit om binnen te komen en we kwamen terecht in de keuken.
Aan de keukentafel zat een man met vriendelijke ogen, die zo te zien een hardwerkend leven achter de rug had. Hij gaf me een stevige gegroefde hand en stelde zich voor als Bertus.
“Neem plaats, koffie?” vroeg Janine en nog voor ik antwoord kon geven, was ze de koffie al aan het inschenken. Met een plak ontbijtkoek erbij kon mijn ochtend niet meer stuk.

Janine was duidelijk de prater van de twee en vertelde mij hun geschiedenis. Ze woonden al 63 jaar in dit huis en waren als klein keuterboertje begonnen. Langzaam was het bedrijf gegroeid van vijf naar uiteindelijk tachtig melkkoeien. Prachtige jaren hadden ze gehad. Helaas zonder kinderen want die wens was niet vervuld. Maar Bertus en Janine hadden door de jaren heen veel vrienden en bekenden opgedaan en woonden en werkten met veel plezier.
Omdat er geen opvolger was, werkten ze lang door en het bedrijf was hun lust en hun leven. Maar uiteindelijk moesten ze het toch rustiger aan gaan doen. Iedere dag melken begon zijn tol te eisen en de melkkoeien werden verkocht. Bertus ging verder met het houden van vleesvee. Dit was veel minder arbeidsintensief en hij beleefde ook hier veel plezier aan. Enkele jaren later bouwde hij ook dit af totdat er geen runderen meer op het bedrijf waren.
Toen werd het stil op de boerderij. Ze vonden er niets aan. Het meeste land was verkocht en op drie hectare die nog over was verbouwden ze alleen nog wat mais.

Maar toen kwamen ze per toeval met ‘kamperen bij de boer’ in aanraking en ze vonden dit een geweldig concept. Al gauw werd het land veranderd in een leuke kleine camping met eenvoudige voorzieningen. Ook kwamen er wat kleinere dieren op het erf waardoor er een soort kinderboerderij ontstond. Door de aanspraak van de campinggasten en het verzorgen van de dieren leefden beiden weer helemaal op.
De campinggasten waren bijna allemaal mensen uit een grote plaats die in hun vrije tijd heerlijk van de rust op “hun” stekkie kwamen genieten. Het was er eigenlijk altijd gezellig.

Zo verstreken er een paar jaren maar toen begon hun leeftijd toch weer parten te spelen. Ze werden helaas steeds afhankelijker van hulp en zorg aan huis.
En nu was het moment daar; ze hadden er erg tegenop gezien maar moesten toch echt de stap zetten. In het plaatselijke verzorgingshuis zou een kamer vrijgekomen en met tranen in haar ogen vertelde Janine dat ze over vier maanden gingen verhuizen.
Ze ging een tweede bakje koffie inschenken zodat ze haar gezicht kon afwenden aan het aanrecht maar ik zag haar schouders schokken. Bertus had al die tijd niets gezegd en staarde naar de tafel. Ik begon over zijn koeien maar Bertus liep de keuken uit. Het werd ook hem te veel. Verdorie wat kan het leven soms toch wreed zijn.

We zetten de boerderij met camping te koop en er kwamen diverse bezichtigingen. Wat me opviel was dat veel mensen het roer om willen gooien. Mensen met kantoorbanen, uit het onderwijs en uit de zorg kwamen langs en wilden met de camping hun boterham gaan verdienen of hun inkomen aanvullen. De meesten strandden echter als het op de financiën aankwam.
Ook werden we benaderd door een grote investeerder die in gesprek was met de gemeente om op deze locatie een recreatiepark te vestigen. Deze informatie hield ik voorlopig even weg bij Janine en Bertus. Ik zag de bui al hangen.

Maar de gespreken over grondaankoop waren in volle gang en de gemeente en de provincie waren positief. De eerste schetsen lagen op tafel. Van de kleine gezellige minicamping met kinderboerderij zou niets over blijven. Een groot receptiegebouw, tientallen vakantiewoningen en een winkel zouden verrijzen op de geliefde plek van Janine en Bertus. Zouden ze hiermee overweg kunnen?
Op een dag had ik toch nog een bezichtiging met een nieuwe kijker. Een oude wat kuchende auto kwam het erf oprijden. Hij had verschillende kleuren en van een afstand was de roestvorming te zien. Nadat de bestuurder met een forse kraak in de versnellingsbak de auto bij de kapschuur had geparkeerd, stapte hij uit. Een oudere man op klompen in half versleten kleren, lang haar en een grote onverzorgde baard.
Hij stelde zich voor als Jan en na een ferme handdruk keek hij me vragend aan. Ik begon wat te vertellen over het pand en stelde voor om te gaan rondlopen. We bekeken de woning, de stallen, de kapschuur en de werktuigenberging en liepen daarna rond over het erf en de camping. Natuurlijk wil je als makelaar weten met wie je van doen hebt maar ik kon geen hoogte krijgen van Jan. Hij zei weinig en ging niet in op mijn toespelingen.
“Ik heb het gezien hoor”, zei hij opeens. “Ik kom morgen wel langs op kantoor.” En hij vertrok zoals hij gekomen was met de kuchende auto en de kraak in de versnellingsbak.
Ik bracht Bertus en Janine op de hoogte van het verloop van de bezichtiging en ook zij wisten niet wat ze ervan moesten denken. Op de terugweg naar kantoor besloot ik Janine en Bertus op de hoogte te brengen van de plannen van de ontwikkelaar als het met Jan niets zou worden.

De volgende middag kwam Jan langs in Havelte. Hij droeg gelijksoortige kleren als de dag ervoor maar Jan zelf was anders. Hij praatte veel en gemakkelijk en hij was veel opener. Hij legde mij zijn plannen voor. “Ik wil op dat mooie plekje iets bijzonders gaan doen. Het is zo dat ik boer ben of, zoals het nu heet, agrarisch ondernemer. We hebben een groot melkveebedrijf en mijn zoon neemt het binnenkort over. In een dorp wonen is niets voor mij en ik wil wat blijven doen. Het lijkt me geweldig om er een kleinschalige zorgboerderij van te maken!”
Jan deed meteen een goed bod en nadat we afscheid hadden genomen, reed ik blij naar Janine en Bertus. Echt blij omdat het een goed bod was maar vooral omdat deze plannen natuurlijk veel beter bij hun pasten dan een groot recreatiepark. Het oude paar vond het inderdaad een geweldig idee en al snel werd de deal met Jan gesloten. Ik zag aan hen dat ze er ondanks de grote en moeilijke stap nu toch vrede mee hadden.

Twee maanden na het ondertekenen van de overeenkomst kwam Jan onverwachts langs op kantoor. Hij vertelde trots dat hij zijn eerste klanten al had en dat alles van een leien dakje liep. Hij kwam even doorgeven dat de overdracht was vervroegd. Maar hij vond het verstandig als ik even bij de verkopers langs zou gaan om dat af te stemmen en hij gaf me een dikke knipoog. Die Jan, dacht ik bij mezelf. Eerst zo gesloten en nu zo aardig en open.
Ik besloot direct maar even bij Bertus en Janine langs te gaan. Het erf lag er net zo bij als anders en alle dieren liepen er rustig rond. Ik liep via de achterdeur naar binnen en trof ze aan de keukentafel. Ze waren opvallend goed gemutst. Zouden ze over de klap heen zijn? Zorgelijk keek ik om me heen want ik zag geen sporen van een aanstaande verhuizing of dozen.
Natuurlijk kreeg ik koffie met ontbijtkoek. “Heeft Jan je gestuurd? vroegen ze vrolijk.
“Nou, ja en nee. Hij vroeg inderdaad om langs te komen maar ik was dat sowieso van plan om te kijken hoe het met jullie gaat. Maar zo te zien gaat het goed.
“Nou en of Bart, en we hebben groot nieuws voor je; de verhuizing gaat niet door!”
Het was alsof ik door mijn stoel heen zakte. “Niet door?” stamelde ik, “hoezo niet door? Tuurlijk gaat het door. Jan heeft zelfs verteld dat de datum vervroegd is. Dat klopt toch?”
“Ja dat klopt wel”, zei Janine, “maar we gaan niet verhuizen. We hebben de kamer in het verzorgingshuis afgezegd. Wij worden Jan’s eerste klanten en gaan in een appartement in de stal wonen, onze eigen stal!
En zo geschiedde.
Een half jaar later moest ik om een andere reden bij Jan zijn en natuurlijk ging ik even bij Bertus en Janine langs. Ze zaten er heerlijk bij in een comfortabel appartement met voldoende hulp en zorg. Bertus straalde toen hij zei: “Weet je Bart, oud worden op je eigen erf, dat is het mooiste wat er is.”