De finale van de Champions League

De finale van de Champions LeagueHet was een mooie dag in mei en voor de voetballiefhebbers onder ons de belangrijkste dag in mei. Vanavond was de finale van de Champions League en wat voor één! De twee beste teams van Europa, en misschien wel van de wereld, speelden om de hoofdprijs van het seizoen. De kranten stonden er vol van en op de radio en televisie ging het nergens anders over. Kortom, of je nu liefhebber was of niet, je kon er niet omheen.

Op deze woensdag was het druk op ons bedrijf. Veel afspraken, bezichtigingen, woningen in verkoop nemen, taxaties en tussendoor enkele telefonische onderhandelingen. Veel variatie en veel handel maar daar doe je het voor; hectiek, zodat je ‘s avonds tevreden maar doodmoe op de bank neervalt.

Bij de afspraak om half één, een bezichtiging, trof ik een man en een vrouw uit Amsterdam die wel naar ‘het Noorden’ wilden verhuizen in verband met de verplaatsing van het bedrijf waar mevrouw werkte. De man, die in de telefonische handel zat, was niet aan een plaats gebonden en daarom hadden ze een ruime keus aan woonplaatsen, als het maar een beetje centraal in het Noorden lag. Meppel en omgeving had wat dat betreft de voorkeur.

De bezichtiging verliep snel en mijn gevoel gaf aan, een beetje te snel. Ik kreeg de indruk dat ze wat gehaast waren en vroeg of dat klopte. “Ja, inderdaad”, zei de vrouw. “Eh.., we zijn op weg naar de finale van de Champions League in Londen.” “Wauw, wat gaaf”, zei ik en keek ze vol bewondering aan. “Tjonge, dat jullie kaartjes hebben!” “Tja, sterker nog, we zijn uitgenodigd door een bevriende relatie die zakelijk verbonden is aan één van de finalisten”, antwoordde de man opgetogen. “Een vlucht met een privéjet, plaatsen op het ereterras, daarna eten en een after-party, slapen in een vijf sterren hotel enzovoort. Dus dan weet je het wel hé?” Tja, dan wist ik het wel. Daar kun je alleen maar van dromen, wat ik natuurlijk stiekem, net als iedereen, ook wel eens deed. We waren snel klaar. Ze vonden het wel wat en we zouden op korte termijn een tweede afspraak maken en daarna wenste ik hen een prettige dag en natuurlijk een fantastische avond.

De dag verliep verder zoals ik al had verwacht; vermoeiend maar zakelijk zeer succesvol en ’s avonds was ik dan ook redelijk “op”. Mijn mobiel werd gebeld door een onbekend nummer. Ik nam op en het bleek de Amsterdammer van de bezichtiging te zijn; Kees. “Bart, ik heb een rare vraag die veel actie van je vraagt”, hoorde ik hem zeggen. “Ria, mijn vrouw is hartstikke beroerd geworden en kan niet mee naar Londen. We vertrekken over 45 minuten vanaf Eelde met een privéjet. Wil jij mee?” “Ben je er nog”, vroeg hij terwijl ik langzaam zijn woorden tot me door liet dringen. Ik probeerde me te realiseren wat er gebeurde en vooral wat er ging gebeuren. Moest ik in mijn arm knijpen? Droomde ik? “Tja, dat moet ik even overleggen met mijn vrouw”, hoorde ik mezelf zeggen. Was ik wel goed bij mijn hoofd? “YESSSS, natuurlijk ga ik mee, wat een geweldige kans”, schreeuwde ik het bijna uit in mijn telefoon. “Vergeet je paspoort niet enne, we slapen wel samen op één kamer maar dat geeft niet hé?” zei Kees vrolijk. “Nee, natuurlijk niet, al moet ik op het balkon slapen. Wat maakt het uit. Ik ben er binnen veertig minuten, tot zo!”

Ik vertelde het aan Jo-Ann, mijn vrouw, die het natuurlijk eerst niet wilde geloven maar toen ik snel mijn paspoort en enkele spullen bij elkaar pakte en halsoverkop de deur uit vloog, was ze wel overtuigd. Onderweg vertelde ik haar via de telefoon nogmaals het hele verhaal en ze vond het natuurlijk geweldig. Binnen vijfendertig minuten was ik op vliegveld Eelde en trof daar mijn reisgenoten. Naast Kees de Amsterdammer waren er nog enkele andere zakenrelaties en onze gastheer; een ‘Berlusconi-achtige’ man, Duitser, klein van stuk en uiterst vriendelijk. Hij vertelde me dat er nog wel wat formaliteiten afgehandeld moesten worden in verband met de wijziging, maar dat het allemaal goed kwam en dat hij het een eer vond dat ik mee ging. In mijn beste Duits vertelde ik hem dat ik het vooral een eer vond dat ik mee mocht. Nu was ik echt te bescheiden volgens hem. Iemand van mijn formaat en met zo’n reputatie en met zoveel vastgoed in zijn bezit moest wel een bijzonder man zijn. Soms moet je even je mond houden en dat deed ik nu maar. Alles voor de trip, LONDEN, HERE WE COME!

In het vliegtuig vroeg ik Kees wat onze gastheer bedoeld kon hebben met mijn reputatie en zoveel vastgoed. “Ach”, zei Kees, “om straks niet met een vreemde snoeshaan die hijzelf zou uitnodigen op een kamer te liggen, heb ik gezegd dat jij wel tweehonderd huizen hebt en de beste vastgoedman van Nederland bent. Niets gelogen toch?” “Ja Kees, maar die woningen zijn toch niet van mij? Ik heb ze in verkoop, ik ben geen eigenaar!”, reageerde ik geschrokken. “Wat maakt het uit”, zei Kees relaxed. “Geniet van deze onverwachte trip! Straks gaan we aan de drank en dan weet niemand meer wie of wat je bent.” Oef, nou ja, we zien wel, dacht ik nog.

De trip was onwerkelijk mooi met een fantastische wedstrijd, die mijn favoriete club na een bizar scoreverloop won met 5-4. Dit was nog nooit in een finale vertoond! Een geweldige after-party volgde en het hotel was ongekend mooi. Kortom, een trip om nooit te vergeten. En gelukkig had niemand het meer over mijn zogenaamde vastgoedportefeuille gehad.

De volgende ochtend stonden we in de hotellobby te wachten op de taxi naar het vliegveld, toen ik op mijn schouder werd getikt. Het voor mij zo bekende gezicht van Jo-Ann zag ik vlak voor me. “Wat doe jij nou hier?”, vroeg ik aan haar. “Nou, ik woon hier ook lijkt me zo”, antwoordt ze verbaasd, “we gaan zo voetbal kijken weet je nog wel. De finale van de Champions League is op TV. Was je in slaap gevallen?”

mei-juni 2013
jaargang 17 nr 3