Emigreren naar Drenthe

‘Geweldig!’ was de uitspraak van een sympathieke oudere man met korte broek en shabby shirt. “U moet weten, we komen hier al jaren op vakantie en nu we niet meer hoeven te werken en de kinderen op eigen benen staan hebben we de beslissing genomen onze woning in Haarlem te verkopen en dit leuke huis in deze regio te kopen.” Het was ook een leuke bezichtiging met positieve mensen, die er eerlijk voor uit kwamen dat de woning die ze bekeken, precies was wat ze zochten. Niet te groot, maar wel voldoende ruimte voor als de kinderen overkomen en een gemakkelijke tuin met weinig onderhoud, zodat ze lekker veel kunnen gaan fietsen en reizen. “De kinderen weten nog van niets, maar zullen zeker onze plannen steunen want ze zeggen altijd: ‘Jullie moet van het leven gaan genieten’. Wij zijn zeker positief en u hoort met enkele dagen van ons. Nadat we het natuurlijk even met de kinderen besproken hebben.”

“En?” vraagt mijn opdrachtgever “Wat vonden ze ervan?” Ik vertelde hoe de bezichtiging was gegaan, over de huidige situatie van de kijkers en hoe positief ze waren over de woning. “Het kan dus eigenlijk niet meer misgaan?” vraagt mijn opdrachtgever. “Het lijkt zeer positief maar laten we met beide benen op de grond blijven staan want hun kinderen moeten ook positief zijn. Daarbij moet de woning in Haarlem nog verkocht worden en we moeten het nog eens worden over de prijs”, antwoordde ik. “Met enkele dagen horen we van ze en weten we waar we aan toe zijn”.

“Onbegrijpelijk” zegt mijn opdrachtgever door de telefoon, “ze doen het dus niet?” Zojuist heb ik het telefoongesprek, wat ik met de kandidaat-koper uit Haarlem heb gehad, voor hem samengevat. De potentiële kopers hadden een makelaar in Haarlem uitgenodigd, die zeer positief was over het huis met een te verwachten opbrengst die boven hun eigen idee lag, dus dat was een meevaller. Zelf waren ze nog enthousiaster geworden over de woning, het dorp en de omgeving. Maar het overleg met de kinderen liep iets anders dan gepland. Die zagen toch vooral bezwaren kleven aan de ‘emigratie’ naar Drenthe’ zoals ze het zelf noemden; geen makkelijke, korte bezoekjes meer, ver weg, minder communicatie. Kortom: ze zouden hun ouders nauwelijks meer zien. Het gesprek was zo verlopen dat de ouders eigenlijk geen kant meer op konden, en met grote spijt en diepe teleurstelling, mij het negatieve nieuws moesten brengen.

Mijn opdrachtgever was net als de potentiële kopers erg ontdaan. Dit was een bittere tegenvaller. “Kunnen we er niets meer aan doen?” vroeg hij teleurgesteld. “Alleen wanneer de kinderen overtuigd worden dat het emigreren naar Drenthe wel meevalt, en ze voor het geluk van hun ouders kiezen, is er een verandering mogelijk”, antwoordde ik. “Kunt u daar niet voor zorgen?”, vroeg hij hoopvol. “Ik ga in ieder geval nog een keer met de mensen bellen”, stelde ik hem gerust.

Mijn telefoongesprek met de mensen uit Haarlem verliep plezierig. Ook zij zaten met het hele verhaal in hun maag. Ze wilden graag naar Drenthe maar wilden ook hun kinderen niet voor het hoofd stoten. “Weet u geen argumenten om onze kinderen te overtuigen?”vroegen ze om mijn hulp. Als makelaar is het natuurlijk niet de taak om tussen ouders en kinderen in te gaan staan, maar goed, er zijn natuurlijk vele argumenten te noemen waardoor ‘het emigratiegevoel’, zoals vele westerlingen tegen een verhuizing naar het noorden van het land aankijken, verandert naar één van mogelijkheden en kansen. Na een aantal argumenten en tips te hebben gegeven, gingen ze opnieuw een gesprek met hun kinderen aan.

“Bedankt voor de mooie verhuisberichten” zeggen de kopers tegen me bij de notaris. Het is ongeveer zes maanden later en de overdracht van het bewuste huis aan de mensen uit Haarlem heeft plaatsgevonden. “Weet u wat het grappige is?” zegt de koper. “Mijn oudste zoon en schoondochter kijken zelf hier ook rond, want hij wordt overgeplaatst naar Zwolle.”